Gnocchi alla Romana
Gnocchi op Romeinse wijze
Deze Romeinse gnocchi wordt, in tegenstelling tot gewone gnocchi, niet van aardappelen gemaakt maar van semola, een soort griesmeel. Het zijn eigenlijk plakjes griesmeelpasta die in de oven krokant worden gebakken. Dit recept is de basic-versie met alleen wat pecorino en nootmuskaat, maar je kunt de gnocchi voor het bakken natuurlijk ook bedekken met bijvoorbeeld wat ‘Ragù del padre’!
Ingrediënten
- Semola (250 g)
- Gezouten boter (100 g)
- Volle melk (1 l)
- Pecorino Romano (150 g)
- Eierdooiers (2)
- Nootmuskaat
- Olijfolie extra vergine
Voorbereiding: 20 minuten
Bereidingstijd: 30 minuten
Wachttijd: 20 minuten
Bereidingswijze
Laat de boter smelten in een hoge pan en voeg dan de melk, een flinke snuf zout en nootmuskaat toe. Voeg als het begint te koken, de semola al roerend met een garde toe. Laat nog maximaal een minuut doorkoken op laag vuur totdat het mengsel dik, maar nog wel mengbaar is. Haal de pan meteen van het vuur en roer er de twee eierdooiers en 100 gram van de geraspte pecorino doorheen.
Giet op lepel de helft van het warme mengsel op een val bakpapier en rol dit op in cilindervorm. Doe hetzelfde met de andere helft van het mengsel. Laat de rollen ongeveer 20 minuten afkoelen in de koelkast.
Verwarm de oven voor tot 220 graden en vet een ovenschaal in met wat olijfolie. Snij de rollen in plakken van ongeveer 1 centimeter dikte. Rangschik ze in de ovenschaap, waarbij ze elkaar iets mogen overlappen. Bestrijk de gnocchi met wat olijfolie en breng ze op smaak met wat zout en peper. Bestrooi ze met de resterende geraspte pecorino en nog wat nootmuskaat. Bak ze in ongeveer 20 minuten goudbruin en krokant. Dien ze meteen op.
